Archief van
Auteur: José

Voor het eerst in Portugal en er meteen blijven wonen

Voor het eerst in Portugal en er meteen blijven wonen

Portugal, het onbekende land waar we nog nooit geweest waren. Wat moesten we daar in vredesnaam? Ik weet dat velen die vraag hadden en ik heb het mezelf ook vaak afgevraagd: waa-rom naar Portugal of all places? Maar het feit was dat hier financieel voor ons de mogelijkheden liggen om een fijn bestaan op te bouwen en daarnaast wisten we dat hier bekenden zaten en we dus niet compleet alleen zouden zijn. Overigens was de allerbelangrijkste reden om naar Portugal te vertrekken; God, die ons heel duidelijk liet weten en beseffen dat dit het pad is dat we moesten gaan bewandelen. Om wat voor reden dan ook. Die zekerheid liet ons voor 100% achter deze keuze staan, maar spannend was het wel. Zouden we het wel fijn vinden in Portugal? En willen ze ons daar wel hebben? Hoe ziet het er eigenlijk uit in Portugal? We hebben wel foto’s gezocht natuurlijk, maar hoe in het echt? En kunnen we ons daar settelen? Ondanks dat sommige vragen natuurlijk nog niet volledig te beantwoorden zijn na vier maanden kunnen we wel nog steeds zeggen dat het goed is dat we hier zijn. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik het niet nog steeds heel spannend vind, maar Gods leiding is zichtbaar en we voelen ons welkom en thuis in dit land.

Portugal is enorm anders dan Nederland. Niet alleen is hier echt zo ongeveer niks vlak en ziet de natuur er heel anders uit en lijkt het klimaat in de verste verte niet op wat we gewend zijn, de cultuur en manier van leven is ook een wereld van verschil. De mensen zijn hier relatief een stuk armer (en toch zijn ze erg vrijgevig!) en het lijkt alsof je een aantal tientallen jaren terug in de tijd gaat. We hoorden een tijdje geleden nog dat zo’n 20 jaar geleden auto’s nog helemaal niet vanzelfsprekend waren in de buitengebieden. Veel werd toen nog gedaan met paard en wagen! Inmiddels zie je die niet meer. Althans, wij hebben ze nog niet gezien. Wat we wel veel zien zijn houtkachels. Je kunt je houtgestookte fornuis zelfs gewoon in de plaatselijke winkel kopen! Verder heeft bijna iedereen een eigen moestuin op het land, veelal om de kosten voor boodschappen te drukken. Want waar de lonen hier veel lager liggen zijn de boodschappen niet eens veel goedkoper dan in Nederland. De markt staat vol met kramen waar plantjes en fruitbomen verkocht worden en daarnaast kun je daar ook nog terecht voor tuingereedschap, slachtgereedschap en een toompje kippen, kwartels, eenden etc. Ondanks dat er hier heel anders met dieren omgegaan wordt dan in Nederland (dieren worden gehouden omdat ze nuttig zijn voor vlees, eieren, het bewaken van het land of het jagen op ongedierte en niet zozeer voor de gezelligheid en dat zie je ook echt aan de manier waarop er met ze omgegaan wordt) is het een bijzondere gebeurtenis om op deze manier, gewoon op de markt, heel gemakkelijk aan je eigen toompje kippen te komen, net als vroeger. Al moet je er wel om denken dat je niet per ongeluk alle kippen meeneemt omdat je ze zo zielig vindt, met zijn allen in kleine kooitjes. Op de markt staan marktkooplieden met grote assortimenten groente en fruit, brood etc., maar ook ‘gewone’ mensen die hun eigen oogst, hun zelfgebakken broden of eigen geslingerde honing proberen te verkopen. 

Supermarkten zijn er natuurlijk ook gewoon. De gewone grote supermarkten die we in Nederland gewend zijn, maar veel meer nog kleine dorpsupermarktjes die van buitenaf maar moeilijk zichtbaar zijn. Sowieso kun je van buiten vaak maar moeilijk zien welk gebouw een winkel is, maar als je ze eenmaal gevonden hebt kun je er ook echt van alles krijgen. Portugezen weten goed hoe ze zo veel mogelijk in een zo klein mogelijke winkel kunnen uitstallen. De gereedschapswinkels hebben daarbij vaak een reparatieservice, al zul je, wanneer je je kettingzaag wegbrengt ter reparatie, moeten wachten tot de kettingzagen aan de beurt zijn om te repareren en daar kan rustig een aantal weken overheen gaan. Want haast hebben de Portugezen niet. Dat is in sommige gevallen echt wel even wennen. Je bent vaak wat langer onderweg wanneer je iets nodig hebt en regelzaken duren best wel eventjes (een dik uur wachten op feitelijk nog maar een deel van je inschrijving is heel gewoon), maar aan de andere kant hoef je zelf dus zelf ook geen haast te hebben! Dat is echt een verandering in mindset die je hier wel moet maken. 

Ondertussen hebben we al best wat Portugezen ontmoet en ervaren wij ze als heel hartelijke, vriendelijke en behulpzame mensen die dol zijn op kinderen! Ze nemen volop de tijd voor je en doen echt hun best, al vinden ze het soms wel nogal spannend als er weer een buitenlander komt die Engels probeert te communiceren. Want Engels, dat is hier, in het buitengebied, nog niet een taal die mensen standaard wel een beetje kennen. Het Portugees is een ingewikkelde taal. Waar ik al meer dan een half jaar bezig ben met Portugees leren en echt op papier al een aardig woordje kan lezen en begrijpen, is het verstaan van de taal niet zo gemakkelijk. Veel woorden worden voor de helft ingeslikt en men praat snel. Maar langzaam maar zeker kunnen we ons steeds een beetje beter redden. De lokale groenteman van de markt (die wél engels kan) grinnikt wat af als hij me in mijn beste Portugees hoort vragen naar cogumelos, couve lombarda en alho francais. Alleen al het proberen wordt erg gewaardeerd en gecomplimenteerd! 

Al met al een land waar we ons thuis voelen en waar we, als de Heer het wil, met veel plezier een leven op kunnen bouwen. Daar zijn we dan ook mee bezig. We zijn heel benieuwd wat er op ons pad komt, ervaren hierin de leiding van God en vertrouwen erop dat Hij weet wat goed is voor ons. Uiteindelijk is het voor ons niet belangrijk waar we terecht komen. Als het maar is in lijn van Zijn wil. Want daar willen we zijn!

Schooltje spelen!

Schooltje spelen!

‘Vier plus één is vijf!’ ‘Is nul’ hoor ik de kinderen zeggen terwijl ik gebogen zit over hun schriften. Gelukkig moeten ze eerst hun flashcards oefenen, denk ik. Ik heb namelijk hun lessen nog niet voorbereid, dus ik probeer me tijdens die stortvloed aan sommen en hun antwoorden te focussen op de lessen die komen gaan. We zitten in de caravan waar we een heus klaslokaaltje gemaakt hebben, want daar is het in de ochtend nog lekker koel vergeleken met de tent. De kinderen weten precies wat ze moeten doen en zijn erg fanatiek. Mathematics, hun lievelingsvak. De speeddrills zijn het leukste: zo snel mogelijk zo veel mogelijk sommen doen. En steeds een beetje beter, want achter in het schrift wordt de score bijgehouden in een heuse grafiek! Genieten! 

Het is een tijdje vakantie geweest. Een best lang tijdje. Dat was ook wel nodig. Wennen aan een totaal nieuw leven in een totaal nieuw land zonder huis en met veel minder spullen en allemaal nieuwe mensen om ons heen was wel even genoeg. Daarnaast had school het afgelopen jaar vooral voor de oudste veel energie gekost. Het was wel even genoeg. Een tijd van ontscholen, ontspannen, weer leren spelen, helpen op het land en leuke dingen doen was voor iedereen goed. Tot het moment dat de verveling om de hoek kwam kijken. De kinderen begonnen uit zichzelf om sommen te vragen en toen we ontdekten dat de oudste weer in spiegelbeeld schreef was de maat vol. Het werd tijd om school weer op te pakken. 

In Nederland hadden we ons natuurlijk al wat verdiept in hoe we school hier in Portugal wilden gaan vormgeven. Al eerder ontstond onze overtuiging dat school ook thuis vormgegeven kan worden en het emigreren was hét moment om deze ideeën om te zetten in daden. Maar wel met een beetje structuur en passend binnen wat kan en mag in Portugal. Al snel kwamen we via lieve vrienden bij een Amerikaanse onderwijsinstelling en hier, in Portugal ontmoetten we meerdere gezinnen die dit zelfde onderwijs volgden met hun kinderen. Heel fijn, want we mochten wat lesmaterialen lenen om uit te proberen. Al snel wisten we dat dit is wat we voor onze kinderen willen: gedegen en leuk(!) (Engelstalig) onderwijs met de bijbel en het leren van normen en waarden centraal. Inclusief begeleiding (middels coaching en uitgebreide teacher guides) voor de lesgevende ouders én professionals die per e-mail op de hoogte blijven van de voortgang van je kinderen (waardoor het dus eigenlijk afstandsonderwijs is en geen thuisonderwijs). Dus we bestelden het en wonder boven wonder hadden we het binnen twee weken binnen vanuit Amerika. Bizar als je je bedenkt dat alle gezinnen hier de ervaring hebben dat deze pakketten minimaal drie maanden onderweg zijn. Wij waren alleen maar blij want vanaf nu konden beide kinderen op hun eigen niveau (of eigenlijk net eronder, voor hun zelfvertrouwen) gaan werken. 

Inmiddels zijn we een tijdje met het onderwijs bezig en we zijn er erg enthousiast over. Op doordeweekse dagen wordt er fanatiek gerekend, engelse spelling en taal geleerd, verhalen gelezen en we vliegen door de lesstof heen. Ze lezen verhalen met prachtige levenslessen, leren bijbelteksten, ontdekken hoe je zuinig met je spullen omgaat, vinden interessante weetjes én hun engelse taal verbetert met de dag! De eerste toetsen zijn afgerond met 9,5en of hoger en dat maakt dat ze erg gemotiveerd zijn om nog meer hoge cijfers te halen. Ondertussen doet de jongste ook ‘school’, met haar werkboekje speciaal voor drie jarigen en dat vindt ze geweldig!

School zal nooit fantastisch leuk worden, maar erg is het ook niet meer. Geen grote huilpartijen meer, geen geduw en getrek meer om ze op school te krijgen, geen afreageren meer na een lange dag school, maar blije kinderen die in de middag, na een ochtend schooltje spelen, genoeg energie over hebben om naast de ‘verplichte lesstof’ te leren van het leven! 

Back to basic, leven in een tent

Back to basic, leven in een tent

Primitief leven, wij houden er wel van. Niet voor niets zijn wij echte tentkampeerders die de meest simpele campings opzochten. Het liefste stonden we op plaatsen waar geen stroom was. Omdat dat vaak de mooiste plekjes waren, maar ook omdat we het heerlijk vonden om te ervaren hoe je kunt leven zonder de luxe die je thuis gewend bent. Dat wij in Portugal eerst in een tent zouden gaan wonen was voor ons dan ook niet een gigantisch rare stap, al is wónen in een tent toch wel even een tikkeltje anders.

We zijn verhuisd van een huis van 111 m2 woonoppervlak naar twee tenten. Een slaaptentje voor 2-3 personen waar de twee oudste kindjes in slapen en een grote leeftent van zo’n 3 bij 6 meter met slaap- en leefgedeelte. Onze ‘woonkamer’ is net zo groot als de kleinste slaapkamer van ons grote huis. Daar staan twee kastjes met de spullen die we het meest gebruiken en natuurlijk ons tafeltje en stoelen. De keuken (we hebben inmiddels van (gratis!) afvalhout een aanrechtje gebouwd) staat half onder de luifel en half onder een zelfgemaakt dakje. Hier staan twee grote gaspitten, het Berkey waterfilter en een marmeren (ook gratis!) plaat als werkblad. Het voelt als enorm luxe om weer staand te kunnen koken en niet aan tafel te hoeven afwassen! Voorheen deden we dat op de grond of op ons campingtafeltje.

Onszelf wassen doen we met een teiltje met warm water. Douchen is hier wel een mogelijkheid (met een ophangen emmer waar gaatjes in zitten), maar met de kinderen die zich daar niet zelf mee redden en de hoeveelheid water die we dan moeten verwarmen voor ons hele gezin is wassen veel praktischer. Haren wassen kan ook heel prima met een kopje boven een teiltje, en nu het iets warmer begint te worden is de tuinslang een weliswaar koudere, maar nog gemakkelijkere manier voor wie durft en de echte durfal kan zwemmen in de rivier. Met afbreekbare zeep mee is dat een prachtige wasplaats. We hebben een gaskachel in de tent, die met de ijskoude avonden en ochtenden echt heel fijn was en bij het wassen er ook voor zorgt dat de kinderen niet koud worden als het toch nog wel erg koud is buiten. Want dat het toch wel flink koud kan worden in Portugal hebben we geweten! -10 hebben we wel aangetikt ‘s nachts hoor!  Met wollen dekens op de grond in de tenten, geïsoleerde slaapmatjes, slaapzakken, extra wollen dekens hebben wij ons goed warm gehouden tijdens de nachten. 

Onze kleding wassen we op de ouderwetse manier. Op de hand. En dat is wel even wat anders dan een vlug handwasje op de camping, want daar wordt je was natuurlijk niet super schoon van. Met zo’n stamper, een wringer en flinke spieren om vlekken met een blok zeep te verwijderen zijn we wel even een dagje bezig. Weken, stampen, schrobben, stampen, weken, wringen, spoelen, wringen.. Eventueel kunnen we ook naar een wasserette gaan, maar dat is tot nu toe niet nodig geweest. Het kan tussen de bedrijven door en het is een klus waar de kinderen graag bij helpen! Met ons zelfgemaakte washok van de huif van onze aanhanger hangt de was bij regen ook nog eens droog. 

Voor al dat wassen, afwassen en kleding wassen hebben we natuurlijk warm water nodig. Dat komt uiteraard niet uit de tuinslang of de jerrycan die naast de tent staat. Daarvoor moeten we een pan met water op het vuur zetten. Het duurt allemaal net iets langer, maar uiteindelijk heb je hetzelfde resultaat. Wanneer we een eigen stuk land hebben zullen we waarschijnlijk zelfs eerst met emmertjes water moeten zeulen die we uit de put halen in plaats van dat er gewoon water uit de tuinslang komt. We hoeven ons in ieder geval niet te vervelen! 

Toiletteren gaat hier ook iets anders dan we gewend waren. Er is hier weinig riolering, want niet te doen in de bergen, dus veel mensen hebben een septic tank. Toch zijn er ook aardig wat mensen die kiezen voor een composttoilet. Dan spoel je je achtergelaten boodschap dus niet door met water, maar heb je de mogelijkheid om het te bedekken met een laagje zaagsel. Iedereen pakt dat natuurlijk weer op zijn eigen manier aan, maar wij vinden het een geweldige ‘uitvinding’. En het scheelt enorm veel water in een gebied waar water in de zomer schaars is.

Stroom maken we beperkt gebruik van middels een zonnepaneeltje waarmee we onze telefoons kunnen opladen en voor grotere dingen (of wanneer er te weinig zon is) mogen we gebruik maken van stroom van onze vrienden. Zo redden wij ons heel goed zonder direct stroom bij de tent en met het mobiele internet dat we op onze telefoons hebben zijn we op deze manier toch verbonden met familie en vrienden en het wereldwijde web waar een schat aan informatie te vinden is over de meest uiteenlopende onderwerpen. 

Als ik het allemaal zo opschrijf is het contrast met ons leven in Nederland en het leven hier gigantisch. Maar ik merk óók dat alles in onze gedachten minder vanzelfsprekend is geworden en we het met meer aandacht doen. We zijn blij als we ons fris gewassen hebben met warm water. We zijn dankbaar als de tuinslang na een nacht vorst weer ontdooid is zodat we weer stromend water dicht bij de tent hebben. We genieten van de was die weer schoon en droog is na een paar dagen werk (en mopperen natuurlijk soms ook, als we er aan het einde van de middag achter komen dat we nog moeten wringen). We zijn zuinig in het gebruik van kopjes etc. om afwas te besparen en genieten er daarnaast van dat de kinderen ons helpen met het doen van de vaat (en nemen het geklaag dat ze soms echt geen zin hebben natuurlijk voor lief). Onze warme kop thee en koffie ‘s morgens is ons veel meer waard geworden en de zon op ons gezicht is een heel groot cadeau na een nacht van -7 graden. Daarnaast is het echt een feestje om zoveel buiten te leven en de kinderen na een dag buiten zijn met knalrode wangen weer naar hun bed te brengen. Ze slapen sneller, ze slapen beter en iedereen is meer ontspannen. 

Back to basic. Wij vinden het een verademing. Het maakt je bewuster, creatiever en bovenal dankbaar. Dankbaar voor alle kleine dingen die je voorheen waarschijnlijk niet eens zo opgemerkt had en nu wel, omdat juist die kleine dingen ineens iets groots geworden zijn. Omdat ze ineens als luxe voelen. Als een cadeautje. Wij zijn enorm dankbaar dat we dit avontuur, dat nog maar in zijn beginstadium is, aan mogen gaan. Het is niet altijd makkelijk en het zal op zijn tijd ook echt nog ingewikkelder worden, maar wat we er voor terug krijgen is rijkdom die alle luxe van de wereld overtreft! 

Van spookburger naar Portugees resident

Van spookburger naar Portugees resident

Het beviel ons eigenlijk wel. Gewoon even een soort van zwervend zijn. Niet in Nederland wonend, maar ook nog niet officieel in Portugal. We hoorden even nergens bij en dat vonden we dikke prima. We zouden wel even een fiscaal nummer aanvragen, zodat we de financiële zaken gemakkelijk konden regelen en dan hoopten we ons op den duur gewoon eens in te schrijven als we ons eigen stuk land hadden op ons eigen nieuwe adres. Een paar jaar geleden had dat waarschijnlijk ook prima gekund. Maar de Portugezen zijn ook niet gek, zien het aantal immigranten enorm groeien en willen de touwtjes weer wat meer in handen hebben dus toen Ronald bij het bureau van de Finanças naar binnen ging om dat even snel te regelen verkochten ze een keiharde ‘nee’. We moesten eerst bewijzen dat we hier woonden omdat we geen adres meer in Nederland hebben.

We neusden even op het internet en zagen al snel dat dit soort regelzaken de afgelopen jaren iets ingewikkelder geworden is. Om te bewijzen dat we hier wonen hadden we óf een koop/huurcontract van desbetreffend adres nodig óf we moesten twee getuigen meenemen die onder eed wilden verklaren bij het plaatselijke ‘parochiekantoor’ (Junta de Freguesia) dat we hier wonen. Daar konden we een certificaat van krijgen en daarmee konden we ons inschrijven bij het gemeentehuis. Gelukkig vonden we onze lieve vrienden bereid om met ons mee te gaan en te getuigen. Dus op mijn beste Portugees vroeg ik naar zo’n certificaat. Dat werd meteen begrepen en daarna was het bewijs van ons adres snel geregeld. We konden het de volgende dag ophalen omdat de ‘president’ de boel moest ondertekenen en stempelen met een ‘witte zegel’ dus de volgende ochtend kwamen we terug en lag het keurig voor ons klaar. Toen we eigenwijs waren en met dát bewijs genoeg dachten te hebben om ons NIF nummer aan te vragen werden we weer weggestuurd met de opdracht om ons écht eerst in te schrijven. We hadden het kunnen weten, maar wie niet waagt..

Dus, daar gingen we dan. Met ons hele gezin. Opgedoft en wel, allemaal de meest keurige kleding aan, netjes de snoeten gepoetst, haren in de pronk. We hadden namelijk van horen zeggen dat zo’n gemeentehuis (câmara municipal) best een statig gebeuren is, waar vooral op de kinderen gelet wordt (of ze goed verzorgd zijn). Nou, een statig gebouw is het zeker. Volledig bekleed met marmer, hoge plafonds, keurig geklede medewerkers die ons allen even goed van top tot teen bekeken en vervolgens meerdere keren vriendelijk glimlachten naar de kinderen (ik denk dat we het goed deden). Na goed en wel een uur bij de balie zitten om formulieren in te vullen, uitschrijvingsbewijzen vanuit Nederland en ID kaarten controleren en kopiëren en de certificaten voor ons residentschap meerdere keren checken werden de certificaten uitgeprint, getekend door een hoge pief die daarvoor bevoegd is én verzegeld met weer zo’n zogenaamde ‘witte zegel’, mochten we de rekening van hun ‘harde werken’ betalen en kregen we de certificaten mee. Met de mededeling dat het eigenlijk niet oké was dat we nog geen NIF nummer hadden en dat we die moeten komen laten registreren zodra we die (zo snel mogelijk) wél hebben.

Gelukkig was het NIF nummer nu helemaal geen probleem meer. Na een bezoekje van toch wel weer een uur aan weer een ander gebouw (financiën en normale burgerzaken zijn hier strikt gescheiden) zijn we dan nu eindelijk in bezit van het nummer waar je niet zonder kan als je een stuk land wil kopen, je auto wil invoeren, een bankrekening wil openen etcetera etcetera. We kunnen weer verder. Een stapje dichterbij ons eigen plekje! Hoera!

Waarom deden we dit ook alweer?

Waarom deden we dit ook alweer?

Wat was het heerlijk om weer in onze tent te slapen. We zijn altijd gek op kamperen geweest. Liefst zo primitief mogelijk, met onze tent, zonder stroom. Een caravan? Nee joh, dat is niet écht kamperen! Dus de stap naar primitiever leven was voor ons niet eens zo’n moeilijke. Toch moet ik eerlijk bekennen dat ik de eerste week loodzwaar vond. Maar dan ook echt. Kamperen is leuk, dat vind ik nog steeds en dat zal nog even zo blijven vermoed ik. Maar al je spullen bij je hebben en geen echt huis meer maakt het allemaal toch wel een beetje ingewikkeld. 

Toen we aankwamen in Portugal zat alles natuurlijk nog ingepakt. Ik kan je vertellen dat het uitpakken en inrichten van alles wel even iets meer werk kost dan wanneer je alleen je vakantiespullen bij je hebt. We waren dus de eerste dagen compleet afhankelijk van onze vrienden. We hadden een hele voorraad aan eten bij ons, ergens tussen alle andere spullen en natuurlijk ook de nodige gaspitten, maar gasflessen zouden we in Portugal pas kopen ivm andere aansluitingen. Ook borden, bestek etc zaten ergens ver weggestopt in één van de vele bakken. We hadden wel een waterfilter gekocht voor het winnen van ons eigen drinkwater, maar geen water bij de tent. We hadden natuurlijk wel een auto om wat boodschapjes te kunnen halen, maar supermarkten vallen hier niet zo op als in Nederland dus je moet maar net weten waar ze zitten. Dat geldt ook voor andere winkels. Alle bakken stonden door elkaar heen opgestapeld in de caravan en de tent lag bezaaid met verpakkingen van de (voornamelijk slaap-) spullen die wel al een plekje hadden gekregen en het regende ook nog eens de hele dag. Alleen deze dingen waren voor mij al genoeg redenen voor kortsluiting, laat staan de vermoeidheid van de reis, de slechte nacht, het net afscheid genomen hebben van dierbaren en de niet normale drukte van afgelopen weken. Waarom deden we dit ook alweer? Is het het allemaal wel waard? Waren we maar..

Natuurlijk is voor alles een oplossing te vinden, al voelt dat niet altijd zo. We kregen thee waar we het zelf nog niet konden maken, net als een warme maaltijd. De kinderen werden goed vermaakt, waardoor wij in alle rust de boel een plekje konden geven en zo kregen we langzamerhand weer een stukje onafhankelijkheid terug. Er werd een grote regenton bij de tent geplaatst die we konden vullen met de tuinslang zodat we water bij de tent hadden. Ronald en Ronald gingen samen naar het dorp om gasflessen en bijbehorende accessoires te kopen, zodat we thee en eten konden maken. De campingkastjes vulden zich langzamerhand met borden, bestek, bekers, pannen en andere keukenspullen en onze tent begon steeds meer op een mini woonkamertje te lijken. Huiselijk, als een thuis.

Precies op de dag dat we alles wat meer op orde hadden begon de zon ook weer te schijnen. Hoe typisch. Ik keek om me heen en besefte me hoe mooi het hier eigenlijk is (de ongerepte natuur en alles, wauw!) en hoe goed de rust en de ruimte voor ons is. Hoe ontspannen de kinderen zijn en hoe Ronald in zijn nopjes is. Het is goed dat we hier zijn. Ondanks al het heen en weer geslinger door gevoelens en ondanks dat het doodeng, vreselijk spannend en mega groots is is het goed dat we hier zijn. En is het het even niet? Dan nog steeds. Want wij zijn als gezin met elkaar en de Heer is zonder twijfel heel dichtbij. 

De eerste dag

De eerste dag

Het was ‘s morgens heel vroeg dat ik voor het eerst wakker werd in de caravan. Het was nog donker. Er lag een klein meisje tegen me aangekruld en daarnaast lag de liefste man heerlijk bij te tanken van twee dagen volle bak auto rijden. Met zijn drietjes op een bed van 1,20 breed had ik amper de ruimte om te bewegen, laat staan me om te draaien, maar wat waren we dankbaar dat we om 21:00 uur ‘s avonds geen tent meer hoefden op te zetten. De oudste twee lagen met zijn tweetjes in een eenpersoonsbed. Een bedstee, zoals ze het zelf noemden. De ene met het hoofd op het voeteneind van de ander en andersom. Alleen zo’n nacht in de caravan was al een klein avontuur! Ik keek om me heen. Het was donker, ik zag geen hand voor ogen en ik luisterde naar de geluiden die allemaal nieuw waren: de vele blaffende honden, de fanatieke haan die midden in de nacht al wel weer klaar is voor de dag, de uilen, het geritsel van beestjes die in de nacht tevoorschijn komen. Het was echt. We waren aangekomen in het voor ons nog vreemde Portugal en zouden voorlopig niet meer terug gaan naar het land waar we alles achterlieten.

Langzaam werd het ochtend. Stiekem probeerde ik via een raampje een glimp op te vangen van hoe het er buiten uitzag, maar dat was in dat krappe bedje nog wel een uitdaging zonder de rest wakker te maken. Ik kon net genoeg zien om te beseffen dat we echt niet meer in Nederland waren en voelde aan alles dat dat iets was dat nog even moest landen bij mij. Voor ik het wist waren de kinderen ook wakker en stommelden wij vast ons bed uit, zodat de liefste man nog even door kon slapen. Ik was nog steeds verbaasd over hoe hij die twee dagen alleen maar auto rijden en op de weg letten volgehouden had. We stapten de caravan uit, namen de rust en ruimte in ons op en liepen naar het huis, waar we heerlijk konden ontbijten. 

De eerste dag in Portugal bestond voornamelijk uit aan elkaar wennen, het land verkennen, de tent opzetten en uitrusten. De hele tijd die we achter de rug hadden had zijn sporen wel nagelaten en daar moesten we echt even van bijkomen. Ik werd nog meegenomen naar de supermarkt zodat ik alvast een paar boodschapjes mee kon nemen voor de eerste dagen en ik weet nog heel goed dat ik in verward de winkel stond en even niet wist wat ik allemaal zou moeten halen. Wat hebben we eigenlijk nodig? Wanneer komen we weer in een supermarkt? Bij welke spullen kan ik wel en bij welke niet? Waarom deden we dit ook alweer? Wat zullen ze wel niet van me denken dat ik het allemaal niet weet? Waarom is Ronald niet mee? Help! Ik nam de spulletjes mee waarvan ik dacht dat dat misschien handig was en bedacht me dat we altijd nóg een keer naar de supermarkt konden rijden als dat nodig was.

Toen we terugkwamen stond de tent al en kon het grote inrichten beginnen. Winterkamperen hadden we nog nooit gedaan, maar we probeerden ons zo goed mogelijk voor te bereiden op evt koude, door de vloeren van de tenten te bedekken met wollen dekens en fijne warme bedjes te creëeren met de isolatiematten, wollen onderdekens etc. Je weet maar nooit (de eerste week echt niet nodig gehad, maar inmiddels zijn we erg blij met al die voorzorgmaatregelen!). Het einde van de dag naderde en omdat wij nog lang niet klaar waren met alles woonklaar maken mochten we weer heerlijk mee eten in het door het houtgestookte fornuis verwarmde huis. Zalig. De kinderen waren duidelijk moe van een hele dag buiten spelen en verkennen en ik zelf ook. We doken in onze tenten. De grootste kleine kindjes in hun eigen tent (oeh, spannend) en wij met het kleinste kleine kindje in de grote tent. Slapen, in de tent, terwijl de regen op het tentdoek tikt, er zijn mensen die het verschrikkelijk vinden, maar wij niet. We vielen snel in slaap. Of dat nu door de regen kwam of door de vermoeidheid, dat weet ik niet precies. Wat ik wel weet is dat die slaap zeer welkom was. 

De reis naar het onbekende

De reis naar het onbekende

Daar reden we dan, met een goed gevulde auto, een aanhangwagen die tot de nok toe gevuld was, een schoot vol broodjes en andere lekkernijen (want die pasten niet meer op de grond bij mijn benen), een hond die nog net in een holletje in de kofferbak paste en zich daar best content mee voelde, kinderen die klaarwakker waren en niet zo goed wisten of ze nu heel blij moesten zijn of stiekem ook een beetje verdrietig, een jankende vrouw in de auto en een man die na een paar bakken koffie wakker genoeg was en klaar voor een flinke reis naar het onbekende. Het was vast een hilarisch tafereel, zo eentje die je in films ook tegen zou kunnen komen, maar we waren heel blij dat alles paste en dat de hectiek van de afgelopen weken achter de rug was. 

We zouden de eerste dag vanuit Sneek helemaal naar een stukje onder Bordeaux rijden en waar we wisten dat dit een flinke reis zou worden met een slurpende auto met aanhanger, drie jonge kinderen en een hond, was dit niks overdreven. Stoppen deden we iedere 2 á 2,5 uur en dat was dan direct het moment om te tanken, (verplicht) te plassen, de hond een klein rondje uit te laten en de benen te strekken. We stopten niet lang, want ook met kleine stops zouden we al vrij laat aankomen bij het huisje dat we geboekt hadden. 

Wat één groot succes was bij onze kinderen in de auto was de tekentablet. Dat klinkt een stuk digitaler dan dat het is. Eigenlijk zijn het een soort moderne versies van een magnetisch tekenbord. Deze hebben alleen geen schuifje om de tekening te wissen, maar een knop die het scherm in een klik weer leeg maakt. Luxer dan dat is het niet, maar ze hadden, om ruzie te voorkomen alle drie een eigen en ze hebben zich ermee vermaakt van het begin tot het einde van de reis. Tot in het oneindige werden er landkaarten getekend van het land waar we op dat moment maakten, werden er boodschappen geschreven voor ons: ‘goed werk, papa! Lekker broodje, mama!’ en op een gegeven moment deden ze er zelfs spelletjes mee! Echt een aanrader!

Toen het licht begon te worden waren we al in België en een ogenblik later zaten we al in Frankrijk! Het ging allemaal eigenlijk heel voorspoedig. Parijs was erg druk en er waren een aantal ongelukken gebeurd, dus dat leverde wat vertraging op, maar omdat de sfeer in de auto goed was, de kinderen zich prima vermaakten en genoten van alles wat ze buiten ook zagen, gingen we vrolijk verder. ‘S avonds om 10 uur kwamen we bij het huisje aan, waar we met ons beste Frans probeerden te vertalen wat de snelle uitleg van de gastvrouw allemaal betekende. Toen snel naar bed! 

Na een korte, maar goede nacht allemaal douchen en hup, de auto weer in! Dit zou de dag worden met de mooiste uitzichten én onze aankomst in Portugal! We reden door Spanje, langs prachtige bergen, door lange tunnels en zagen iedere keer het landschap weer veranderen, net als de vorige dag. Aan het einde van de middag kwam Portugal in zicht, maar helaas voor ons moesten we het grootste deel van Portugal in het donker rijden. We geloven dat we heel wat mooie uitzichten gemist hebben, maar die gaan we vast en zeker nog eens inhalen. Al waren de door dorpen en steden verlichte dalletjes en bergen ook prachtig om te zien. We werden bij het dorp van aankomst opgewacht door onze lieve vriend en reden achter hem aan de berg op, naar het terrein waar we de komende tijd zouden gaan wonen. We werden heel warm onthaald, eerst met allemaal zaklampen in het donker en later met warme thee en warm eten, dat ze voor ons bewaard hadden. Heerlijk! Daarna was het tijd om de caravan, die klaar stond voor ons, klaar te maken om te kunnen slapen, want we waren allemaal toch wel heel erg moe van twee dagen in de auto zitten. De volgende ochtend zouden we wel gaan zien waar we precies terecht waren gekomen, het was er pikkedonker. De eerste hobbels, namelijk het leegmaken van het huis, het inpakken, het afscheid nemen en de reis hadden we gehad. Tijd voor rust!

De laatste week in NL

De laatste week in NL

De laatste week voor ons vertrek was een giga rollercoaster. We wilden geen afscheidsfeest organiseren. We houden er niet zo van om in het middelpunt van alle belangstelling te staan en hoewel emigreren zeker wel iets groots is, wilden we het niet te groot maken. We zijn niet weg, we wonen alleen wat verder bij iedereen vandaan. Laat ons maar lekker ons ding doen, dat heeft wgeen groot podium nodig. Geen afscheidsfeest betekende wel dat we de nodige bezoekjes voor de boeg hadden. Er was namelijk een aanzienlijk aantal mensen die wij toch nog even gezien wilden hebben voordat we gingen. Aangezien ik ziek was, moest dit bijna allemaal in de laatste week gepropt worden, dus vijf bezoeken per dag was geen uitzondering en dan nog lukte het niet om iedereen gedag te zeggen. En dat is natuurlijk nog niet alles. De laatste dingen moesten nog geregeld worden, de laatste dingen ingepakt, de auto en aanhanger gecheckt en de stacaravan moest ook nog netjes achtergelaten worden. Een drukte van jewelste, maar we hadden het niet anders gewild

Gelukkig konden we deze bezoekjes, die allemaal erg gezellig en fijn waren, combineren met het gebruiken van de wasmachine, droger, de douche en zelfs de vaatwasser. Op de camping (wij verbleven 2,5 week in de stacaravan van onze fijne buurman) hadden we geen stromend water, omdat het winter is. Een goede oefening voor hoe het eerst zou zijn in Portugal, maar ook wel fijn om nog even gebruik te maken van alle luxe die het leven in Nederland te bieden heeft als alles eromheen al zo hectisch is. Dus we douchten, we aten heerlijke maaltijden, kletsen wat af en de kids speelden fijn en we en gingen in de avonden terug naar de caravan met gemengde gevoelens, maar wel met een gevulde buik, een zak met allemaal schone en droge was en zelfs een keer schone vaat! Om vervolgens snel ons bed in te duiken, want vermoeiend was het wel. 

Het was een week die in een soort waas voorbij ging. Op het ene moment leek ‘doei’ zeggen verassend makkelijk en op het andere moment viel het enorm zwaar. Pieken en dalen, zoals dat gaat in het leven en zoals dat in dit avontuur ook zal gaan. We vertrokken 8 januari om 04:20, uitgezwaaid door mijn lieve ouders, waar we de laatste nacht mochten slapen! Super fijn. En daar gingen we dan. Met klaarwakkere kids (want HET moment was daar, het ging beginnen!), in het donker. Met een lach en veel tranen. Van verdriet om het lang niet gaan zien van mensen die ons heel lief zijn, maar ook van geluk, dat we dit als gezin, echt samen mogen doen.

Het voelde niet alleen als een (tijdelijk) afscheid van veel lieve mensen, maar ook als afscheid van het leven dat we leidden en het verwelkomen van het nieuwe leven dat op dat moment begon. Met de hoop en het verlangen om veel van die lieve mensen daar op wat voor manier dan ook in te verwelkomen. We kijken uit naar wat de Vader daarin zal doen!

Ontspullen

Ontspullen

Daar stond ik dan. In ons huis. Ons eigen huis dat al een tijdje niet meer echt ons thuis was. Ik keek naar alle spullen die er stonden en dacht daarna aan de aanhanger, die veel kleiner was.

Afgelopen half jaar heeft in het teken gestaan van opruimen. Bijna iedereen met een zolder kan meepraten over hoe zo’n zolder langzaam maar zeker met de jaren steeds meer dichtslibt. Helemaal met kinderen, dan gaat dat ongeveer tien keer zo hard. Daar liggen dan vooral spullen die ‘misschien ooit nog eens van pas komen’, maar die je feitelijk al jaren niet aangeraakt hebt en in de toekomst alleen nog aan zult raken om ze van de ene naar de andere plek te verplaatsen. 

Tja, en als alles wat je mee wil nemen in een doodnormale aanhanger met huif moet passen is dat bewaren er niet meer bij. Dan moet er vooral heel…Veel…Weg. De weggeefhoeken op facebook hebben helemaal volgestaan met spullen. Er zullen vast mensen smakelijk gelachen hebben om die hoeveelheid berichtjes. Ik zelf ook. Er ging veel weg, maar het huis leek niet per se heel snel leger te worden. Gek is dat he, waar stond al die troep dan? Dat moet je toch merken? Pas toen we de laatste weken begonnen met plastic bakken vullen, die wél mee zouden gaan, toen begonnen de kasten leger te raken. Bijna lege kasten werden verkocht en weggegeven, met als gevolg dat er toch ook weer heel veel losse spullen ontstonden. Ons huis veranderde van ons thuis in een ongeordende chaos. Hier bakken, daar spullen die weg moeten, aan de andere kant spullen die nog ingepakt moeten worden en daartussenin nog een mengelmoes van allemaal. Hét punt dat ik maar even vergelijk met het zwaarste punt van een bevalling. Dat het zo zeer doet, dat je eigenlijk niet meer kunt en niet meer wilt maar ook niet meer terug kunt en wilt. En toen werd eerst Ronald ziek, gelukkig maar even, maar vervolgens werd ik geteisterd door een griep die ik lange tijd niet zo heftig gehad heb als deze. Midden in de chaos had ik geen energie en puf om orde te scheppen. 

Dingetje voor mij wel hoor, want het zou nog vijf dagen duren voordat de overdracht van ons huis was. Het was wel duidelijk dat we dit met zijn 1,5en (ik reken mezelf voor het gemak maar even als half persoon, maar eigenlijk was ik op dat moment minder ‘waard’) nooit zouden redden. Dus ons (of mijn) eerste lesje hulp vragen hebben we kunnen afvinken en Godzijdank kwamen er hulptroepen die in één dag tijd echt giga veel werk verzet hebben. Langzamerhand loste de chaos zich op en ontstond er een leeg huis, met veel herinneringen, maar zonder de warmte en gezelligheid die het ons thuis maakten. Maar goed ook, want laat dat nou net een van de belangrijkere dingen zijn die we met ons mee moesten gaan nemen.

Uiteindelijk verlieten we na een laatste schoonmaakronde door lieve vrienden, ons huis. De voordeur ging dicht, op slot, en de sleutel lieten we achter om door de nieuwe geopende deuren te beginnen aan een groot, groot avontuur. Met een aanhanger vol proviand die we nodig hebben om te kunnen kamperen, andere spullen die ons lief zijn, maar vooral een auto gevuld met de rijkdom van een geweldig mooi gezin, met een lieve hond en de warmte, gezelligheid en, liefde en de aanwezigheid van onze Heer die ons in staat stelt om van iedere plek waar we komen een ‘thuis’ te maken.

We hebben geen huis meer

We hebben geen huis meer

Vanmorgen was de dag van de overdracht. Na twee bizar intense weken van huis leeg maken, schoonmaken, ziek zijn etc. leverden we vandaag de sleutels in. Het huis, ons eerste zelfgezochte huis, waar Yinthe geboren is en we echt met onwijs veel plezier hebben gewoond is niet meer van ons. 

Van afgelopen dagen herinner ik me niet alles even scherp, maar het moment dat ik door het lege huis liep, die leeg was gemaakt zonder veel hulp van mijzelf ivm ziekte, zal ik niet snel vergeten. Ik liep daar en besefte me dat met alle spullen die verdwenen zijn ons thuis ook verdwenen is. Ik liep door de ruimte waar we als gezin lange tijd met zijn allen geslapen hebben, de plek die voor iedereen de meest veilige in huis was. Waar veel geknuffeld en getroost is. Nu was er alleen nog een leeg omhulsel over van wat geweest was. Het was er niet meer en dat voelde raar. En stiekem ook wel een beetje verdrietig. 

Ik liep door naar de slaapkamer van de kinderen, waar ze zo heerlijk met zijn drieën konden spelen, waar ze net teveel lawaai maakten voor het uur van de dag en waar ik in de nacht zachtjes gesnurk vandaan hoorde komen. De badkamer, waar ik veel te lang en veel te heet kon douchen en ontzettend kon mopperen op de kinderen wanneer ze er weer een waterballet van gemaakt hadden. De zolder waar Ronald vele avonduren heeft doorgebracht, achter zijn bureautje. 

Een huis heeft herinneringen en het zijn de herinneringen die een huis zo waardevol maken. Mijn keukentje, waar ik broden heb leren bakken, vele maaltijden gekookt heb en ook een en ander heb verprutst. Waar we aan tafel heerlijk konden tekenen met zijn allen, spelletjes deden en de tafel mooi konden dekken voor speciale momentjes. De kamer waar we vele boekjes gelezen hebben, gedanst hebben, gespeeld. De tuin, die afgelopen zomer nog zo mooi groen was, met veel te plukken lekkers en geweldig uitzicht van scharrelende kippetjes. Het wás ons thuis, maar nu niet meer. En hoewel dat voor mij even een plekje moet krijgen is dat helemaal prima. Het is weer een leeg omhulsel, waar anderen hun thuis van kunnen maken.

Ondertussen leven wij rustig toe naar het moment van vertrek. Komende twee weken zullen in het teken staan van bezoekjes aan familie en vrienden en de laatste dingetjes regelen, maar eerst even een paar dagen goed uitzieken. Nog 12 nachtjes, en dan vertrekken we!