Archief van
Auteur: Ronald

Van de drup in de regen

Van de drup in de regen

Onderwijl dikke druppels een soort van roze ruis creëren op ons tentdoek voltooi ik de laatste dentale poetsbeurt van ons kroos. Zó, dat was gedaan. “Ga maar snel naar jullie tent” hoor ik mezelf zeggen tegen de 2 oudsten. Na enige weerstand en gemopper van hun kant besluit ik ze toch maar even snel te brengen. Ietwat lomp springt de oudste op mijn rug en samen rennen we naar de kleine slaaptent, waarbij we getrakteerd worden op een nat pak.

Het was alweer een hele tijd geleden dat we regen hadden gehad. Onze eerste week in Portugal was vooral nat, maar daarna is het eigenlijk alleen maar mooi weer geweest, met af en toe een bewolkte dag. De temperatuur van de nacht is hier redelijk te voorspellen. Als het bewolkt is betekend dat hoge temperaturen. Een heldere nacht daarentegen voorspelt de benodigdheden van veel dekens en een warme kruik, gezien het kwik dan vrijwel zeker onder het vriespunt komt.

Omdat wij op het laagste gedeelte van het land staan (zo’n 15 meter lager dan het hoogste punt) is het bij onze tent behoorlijk kouder dan boven. Wanneer we wat later op de avond terugkwamen op het land en richting onze tent liepen voelden we bij elke stap de temperatuur dalen. Waar het boven bij de ingang behaaglijk was, was het bij de tent klappertanden geblazen. Het scheelt letterlijk een jas.

Ik ren snel terug naar de grote tent om mijn zoontje op te halen. Daar aangekomen bedenk ik me dat we de volgende dag even een bezem onder de luifel door moeten halen. Wat een modder ligt daar! Met een ferme zwaai hijs ik mijn zoontje op mijn rug. Al rennend ontwijk ik vrij soepel enkele ontstane plassen.  Eenmaal bij de kleine tent aangekomen takelt mijn zoontje zich snel in zijn slaapzak. Met tikkende regen op de tent slaapt het altijd zo lekker weet ik nog van vroeger. We nemen de dag nog even door en bidden samen, waarna ik ze moe maar voldaan achter laat in hun katoenen stalletje. Teruglopend zie ik bij het toiletgebouw enkele zaklampen gejaagd heen en weer bewegen. Inspectie, bedenk ik me.  Wanneer ik mijn voeten onder de luifel van onze grote tent parkeer sla ik de modder gade, welke getransformeerd is in een licht kabbelend beekje. Ik besluit, na het inlichten van mijn ega, tot het graven van een geul. Na het pakken van een schep en een korte inspectie van de herkomst van de beek begin ik te graven. Er lijkt een licht-stromend riviertje te zijn ontstaan op het talud. Wanneer ik mijn poldersloot, met als bestemming “het door de natuur overgenomen aangrenzende land”, voltooid heb neem ik nog even een kijkje bij het toiletgebouw, waar onze vriend druk bezig is met het verbreden van hun water afvoerkanaal. Door de modder bleek deze verstopt te zijn geraakt, waardoor het water nu onze tent als doelwit had bepaald. Na het verbreden van het kanaal was het tijd om lekker in de tent te gaan zitten bedacht ik me.

Op het moment dat ik de luifel weer heb bereikt voel ik de wind toenemen. Binnen enkele seconden veranderd de toch wel stevige regen in een ware hoosbui. Binnen in de tent tref ik mijn lieve vrouw aan, welke net onze jongste telg naar bed heeft gebracht. We kunnen elkaar bijna niet meer verstaan door het oorverdovende lawaai van water, welke met volle vaart ons tentdoek kanonneert. Onze vrienden hadden ons al gewaarschuwd dat regenbuien in Portugal behoorlijk fors konden zijn. We kenden dit soort hevige buien wel uit Nederland, welke meestal niet langer dan enkele minuten duurden. Dit bleek hier echter niet het geval te zijn. Een oogverblindende flits verlichte de hele tent en werd binnen een oogwenk gevolgd door een daverend gebulder, waarbij we de grond voelden trillen. “Misschien moeten we even bij de kinderen kijken” schreeuwen we tegen elkaar, want we beseften ons goed dat, hoe hard de kinderen ook zouden gillen, we ze echt niet zouden kunnen horen, ondanks er misschien maar anderhalve meter tussen de tenten in zat. 

Kort nam de hevigheid van de regen af. Na geconcludeerd te hebben dat de kinderen stil waren begon het weer te hozen. We hadden inmiddels onze zaklampen gepakt en gaven de binnenkant van de tent een grondige inspectie. Het doek glom als kristal, zo doorweekt was het van al het water. Vooral niet aanraken! Vol bewondering concludeerden we dat de tent nergens lek was.

De zware hoosbui heeft van 20:00 uur tot ongeveer 01:00 uur geduurd. ‘S nachts werden we, nadat we eindelijk sliepen, nog paniekerig gewekt door een jongetje die heel nodig moest plassen, maar geen schoenen of laarzen had, omdat hij naar de tent gebracht was. Die had ik even mee moeten nemen bedacht ik me slaperig en enigszins chagrijnig, terwijl ik mijn ochtendjas aantrok om mijn zoon zijn schoeisel te verschaffen. Nadat ik deze had afgeleverd en meteen mijn eigen water even naar de zee heb gedragen, kruip ik weer diep in mijn nog warme slaapzak. Het was inmiddels weer droog geworden. “Morgen de schade maar even opnemen” besluit ik, terwijl ik langzaam in slaap sukkel.